Welkom op de
website van
Alex Autocenter Altena

Reparatie Alex Autocenter Altena

Diagnose stellen

Zijn er gebreken aan uw occasion?
Wij kunnen ze voor u repareren!

Service Alex Autocenter Altena

Airco specialisme

Bij ons kunt u uitgaan van een goede service!

Ondrhoud Alex Autocenter Altena

Reparatie

Heeft uw occasion onderhoud nodig?
Ook dat kunnen wij voor u regelen!

Banden Alex Autocenter Altena

Banden

Bij ons kunt u prima terecht voor
zomer en winterbanden.

APK Alex Autocenter Altena

APK

Voor APK keuringen bent u bij ons aan
het juiste adres!

Werkplaats Alex Autocenter Altena

Werkplaats

Maak afspraak

Praktische Tips

's Winters zijn de rijomstandigheden bijzonder lastig: u en uw auto worden dan zwaar op de proef gesteld. Regen ,ijzel en sneeuw kunnen uw autoritten verstoren. Om u zonder zorgen door dit jaargetijde heen te helpen, hebben we deze pagina's met tips gemaakt op de website van Groenendijk Banden.
We beginnen met een korte uitleg over de toestand van de wegen tijdens dit jaargetijde. Daarna volgen essentiele adviezen over de banden en het rijden, zodat u zich deze winter - ongeacht de toestand van de wegen - beter op de weg kunt begeven.
Dus, een goede winter en een goede reis!

De winter: een bijzonder jaargetijde


HET WEER EN DE WEG:

's Winters is het erg belangrijk om de weerberichten te volgen. Het komt namelijk nog al eens voor dat het weer binnen enkele kilometers of binnen enkele ogenblikken verslechtert. Weet waar u op moet letten en leer in te schatten hoeveel grip u op een bepaalde weg zult hebben.

  • Bij voortdurend vochtig weer met temperaturen boven het vriespunt, zal de weg egaal glanzen: Hij is nat, maar niet bevroren. De weg is GLAD.
  • Bij voortdurend vochtig weer met temperaturen rond het vriespunt zal de weg eveneens egaal glanzen: Hij is vochtig en kan plaatselijk bevroren zijn. De weg is ZEER GLAD.
  • Bij droog, maar erg koud weer (temperaturen onder het vriespunt), kan de weg heel droog zijn met hier en daar bevroren plassen. De weg lijkt veilig, maar kan ZEER VERRADERLIJK zijn.
  • De sneeuw die valt is over het algemeen ZEER GLAD, zelfs als ze geen deken vormt op het wegdek.

Onthoud dus als algemene regel:

  • Een natte weg is twee keer zo glad als een droge weg;
  • Een besneeuwde weg is twee keer zo glad als een natte weg;
  • Een bevroren weg is twee keer zo glad als een besneeuwde weg;

EFFECTEN VAN WINTERSE OMSTANDIGHEDEN OP HET RIJDEN:

  • Als uw auto zomerbanden heeft en als u zeker weet dat u nooit in de sneeuw zult rijden, controleer dan de profieldiepte. Die moet voldoende zijn voor de afvoer van water, want is de winter zijn de wegen veel natter dan 's zomers. De minimale profieldiepte die de wet voorschrijft is 1,6 mm. Michelin adviseert echter om de winter in te gaan met minimaal 2 mm. profieldiepte.
  • Als uw banden te ver zijn versleten, monteer dan veelzijdige zomerbanden, zoals de Michelin Energy, of winterbanden, zoals de Michelin Alpin.
  • Als u regelmatig in de sneeuw rijdt, monteer dan winterbanden onder uw auto, zoals de Michelin Alpin. Door de opbouw (met name door de lamellen) en het gebruikte materiaal (rubber met silica) heeft zo'n winterband bij temperaturen lager dan +7'C. aanzienlijk meer grip op natte of koude wegen dan een zomerband.

Zorg dat u op een natte, besneeuwde of bevroren ondergrond altijd tijdig en zeer gelijkmatig reageert. Blijf geconcentreerd op alles om u heen (verkeer, toestand van de weg). Maak geen bruuske bewegingen, vermijd te snel optrekken, hard remmen en natuurlijk te hoge snelheden.

De winterband

Z-lamellen:
Zelfblokkerend voor grip op ijs.

Y-lamellen:
Soepel zodat ze zich vastgrijpen in de sneeuw.

Winterbanden zijn niet alleen gemaakt voor in de sneeuw, maar ook voor het nederlandse winterweer: al bij een temperatuur lager dan zeven graden celcius boven nul geeft een winterband op een koude of natte weg aanzienlijk meer grip dan een zomerband.

WAT KAN EEN WINTERBAND?

  • Hij zorgt voor het behoud van een goede grip en een goede trekkracht op natte, besneeuwde of bevroren wegen.
  • Hij vermindert het risico op aquaplaning dankzij de specifieke vorm die het water onder de band afvoert.
  • Hij remt beter in de sneeuw en op ijs door:
    een speciaal rubbermengsel op basis van silica, dat zich makkelijk aanpast aan lage temperaturen,
    veel lamellen in het profiel die zich vastgrijpen in de sneeuw.

Resultaten: de nieuwe Michelin Alpin geeft:

-tot 4% meer trekkracht in de sneeuw (ten opzichte van de Michelin XM+S Alpin, de referentieband uit het vorige gamma voor prestaties in de sneeuw.

-een 4,6 meter kortere remweg en tot 25% beter weggedrag in bochten op nat wegdek(ten opzichte van de Michelin XM+S 130, de referentieband uit het vorige gamma voor prestaties op nat wegdek.


WAAROM 4 WINTERBANDEN MONTEREN?

Alleen op de aandrijfas winterbanden monteren is niet voldoende voor goede prestaties en een optimale veiligheid in de winter. Een auto met voorwielaandrijving: als alleen op de vooras winterbanden zijn gemonteerd, verbeteren de prestaties bij het optrekken. Maar de auto achter eerder uit balans en zal daardoor eerder om zijn as draaien (overstuur). Een auto met achterwielaandrijving: als alleen op de achteras winterbanden zijn gemonteerd, verbeteren de prestaties bij het optrekken. Maar de auto raakt voor eerder uit balans en zal daardoor in bochten eerder rechtdoor gaan. (onderstuur). Daarom is het belangrijk om 4 winterbanden onder de auto te monteren!

Voor auto's met 4 wielaandrijving, is het uiteraard een absolute vereiste om winterbanden per 4 te monteren.



ENKELE ADVIEZEN OM UW AUTO VOOR TE BEREIDEN OP DE WINTER.

DE SPANNING VAN WINTERBANDEN:

's Winters geeft de meter een lagere waarde voor de bandenspanning aan, want lucht krimpt door de kou. Bij elke temeratuursdaling van 10'C daalt de spanningswaarde met ongeveer 0,1 bar. Maar dat betekent niet dat de band daardoor opeens een veel te lage spanning krijgt.
Een band die bij een omgevingstemperatuur van 20'C is opgepompt tot 2,0 bar, heeft volgens de manometer bij een omgevingstemperatuur van 10'C een spanning van 1,9 bar.
Het is dus niet nodig om de banden 's winters meer spanning te geven.
Controleer zo mogelijk de bandenspanning bij een gemiddelde temperatuur van zo'n +20'C en volg de door de autofabrikant aanbevolen spanning; zo maakt u het beste gebruik van uw banden. Overigens moeten de banden wel koud zijn bij het controleren; dat betekent dat er minstens 1 uur helemaal niet, of slechts kort (maximaal 2 tot 3 kilometer bij lage snelheid) mee is gereden.

BESCHERMING VAN UW AUTO TIJDENS DE WINTER:

  • Trek s' nachts uw ruitenwissers naar voren zodat ze niet vastvriezen aan de voorruit.
  • Bedek 's avonds uw voorruit met krantenpapier om bevriezen te voorkomen.
  • Voor uw veiligheid is de ruitenwisservloeistof 's winters van groot belang, want de ruiten worden snel vuil door opspattend strooizout. Controleer regelmatig of u nog voldoende vloeistof heeft en voeg een antivriesmiddel toe. Vergeet ook niet om de accu voor de winter te controleren, wnat deze functioneert slechter bij lage temperaturen.
  • Check of de motorolie voldoende vloeibaar is: door kou wordt deze olie namelijk dikker.
  • Strooizout tast het staal en de banden aan: was uw auto daarom vaker (chassis, carroserie en banden).
  • Zorg ervoor dat er een ijskrabber en een spuitbus met ruitenontdooier in de auto liggen; handig als er sneeuw is gevallen of als de ruiten bevroren zijn.
  • Een sleepkabel is soms onmisbaar om weg te kunnen komen.
  • Voorzie uw auto van een buitenthermometer zodat u beter beducht bent op de risico's van ijzel.
  • Bewaar een slotontdooier thuis bij uw autosleutels; u heeft er niets aan als de sloten vastgevroren zijn en de slotontdooier ligt in de auto terwijl deze op slot zit.

HOE SLAAT U DE BANDEN AAN HET EINDE VAN DE WINTER OP?

Als u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt bij het opslaan van de banden, blijven ze voor de volgende winter in perfecte staat.

  • Markeer de positie van de banden op de auto, alvorens ze te demonteren. Daardoor kunt u ze de volgende winter eventueel van voor naar achter zetten om tot een gelijkmatige slijtage te komen.
  • De wielen en de banden met water schoonmaken en laten drogen om oxydatie te beperken. Als u de banden op het wiel gemonteerd bewaart, controleer dan de aanbevolen spanning.
  • Bewaar banden die op het wiel zijn gemonteerd liggend of hang ze op aan het wiel.
  • Bewaar ze niet in de buurt vaan koolwaterstoffen (benzine, olie) of van elektrische apparatuur: die verspreiden ozon wat het rubber aantast.

Advies voor het rijden in de winter.

BIJ HET OPTREKKEN IN DE SNEEUW.


Trek geleidelijk op om het risico van doorslippen te voorkomen. Als uw banden doorslippen, schakel dan door naar een hogere versnelling (tweede in plaats van eerste). Zo vermindert u de kracht die op de wielen wordt uitgeoefend en brengt u de auto op gang zonder te slippen.
BIJ HET RIJDEN IN DE SNEEUW:

  • Verminder op de eerste plaats uw snel- heid en vergroot de afstand ten opzichte van uw voorganger.
  • Ken uw eigen beperkingen en die van andere automobilisten.
  • Trek geleidelijk en rustig op.
  • Gebruik bij het nemen van een helling een hogere versnelling dan u bij droog weer (en dezelfde snelheid) zou doen: dat beperkt het risico van doorslippen.
  • Gebruik bij afdalen een lagere versnelling dan u bij droog weer (en dezelfde snelheid)zou doen: zo voorkomt u dat de wielen blokkeren en de banden gaan glijden. Afremmen op de motor is beter dan het rempedaal intrappen.

BIJ HET REMMEN:

Begin tijdig te remmen als u een obstakel nadert (scherpe bocht, file ...)zodat de auto heel geleidelijk vaart mindert. Rem af op de motor.

IN BOCHTEN:

  • Verminder uw snelheid voordat u de bocht nadert en rem nog op het rechte stuk. In de bocht licht en regelmatig sturen om te voorkomen dat de auto uitbreekt en niet meer volgt.
  • De snelheid in de bocht moet langzaam zijn om de auto onder controle te houden.
  • Als een auto met voorwielaandrijving slipt, probeer dan de grip terug te krijgen door snelheid te minderen. Laat onmiddelijk het gaspedaal en trap indien nodig heel licht op het rempedaal zonder de wielen te blokkeren.
  • Als een auto met voorwielaandrijving achter slipt, trek dan heel licht op om het evenwicht te herstellen. In geen geval remmen, want dat brengt de auto nog verder uit balans.

BIJ HET STOPPEN VAN DE AUTO:

  • Begin op tijd te remmen: schat de benodigde remweg goed in, rem eerst af op de motor en gebruik daarna de rem.
  • Let op: rem heel geleidelijk en voorkom dat de wielen blokkeren, want dan glijden de banden door en kunt u de controle over de auto verliezen.
  • Als de wielen toch blokkeren en doorglijden: het rempedaal loslaten om grip terug te krijgen. Vervolgens op de motor afremmen en geleidelijk pompend

Om lastige situaties onder controle te houden, is in elk geval een rijvaardigheid nodig die men alleen verkrijgt door rijervaring onder winterse omstandigheden.

De winter in NEDERLAND:
48 dagen regen,
22 dagen sneeuw,
11 dagen hagel,
3 dagen ijzel.